OVER GROOT SPEIJCK EN DE FAMILIE MICHELS
Koos Vermuë opent het nieuwe nummer van de 66ste jaargang van het heemkundetijdschrift De Kleine Meijerij (2015, nummer 1) met een artikel over Groot Speijck. In 1880 werd een kwart van het grondgebied van de gemeente Oisterwijk te koop aangeboden. Daartoe behoorde ook de grond waarop het bosrestaurant Groot Speijck zou worden gebouwd en waar nu het nieuwe bezoekerscentrum van Natuurmonumenten wordt gevestigd. Reden genoeg om even in de historie van dit stukje Oisterwijk te duiken. Zo kwam nu ook aan het licht dat in tegenstelling tot wat altijd gedacht werd, het chalet Groot Speijck niet afkomstig was van een Amsterdamse wereldtentoonstelling kort voor 1900. Hij vertelt over de naam Spijthoeve en Spijkershoeve waaronder het Spijck in vroeger tijden bekend stond. Het gebied was ooit eigendom van gegoede heren als De Jonge van Zwijnsbergen, Wellenbergh, Neiszen, Lombarts en Van Hogerwou voor dat het verkocht werd aan Natuurmonumenten. Het naastgelegen chalet, waar de boswachter woonde, droeg ook de naam Groot Speijck. Tegenwoordig staat dit huis aan de Posthoornseweg nr. 7 met de naam ‘Het Hoog Huys’.
Wim de Bakker besteedt vervolgens aandacht aan de drie generaties van de familie Michels die jarenlang het bosrestaurant exploiteerden.
Interessant is verder ook het artikel van Frans Goris over de Ermelindis van Moergestel. De overlevering wil dat de heilige Ermelindis al in de middeleeuwen in Moergestel vereerd werd. Hernieuwd onderzoek geeft echter aan dat zij pas in de 17e eeuw in Moergestel werd geïntroduceerd en daarbij de plaats in nam van de heilige Everlijn.
Voorzitter Noud Smits herinnert zich in een In Memoriam de in december overleden Udenhouter Piet van Dommelen, oud-bestuurslid en erelid van onze vereniging.
Als Nol van Harrieje verhaalt hij in dialect over “Eete, bidde, plasse èn naor bèd!”
Sjan Traa maakt ons deelgenoot van een tweetal reacties die ze ontving naar aanleiding van haar artikel in het vorige nummer over de boerderij die tot 1930 aan de Torenstraat 20 stond en in het bezit was geweest van een rijke Rotterdamse juffrouw. Zij heette Maria Catharina van Dooren (1769-1832), was ongehuwd, rijk en had een Stichting opgericht ter bestrijding van armoede. De bijnaam van deze boerderij “Het huis der Liefde” wordt hierdoor verklaard. Ook is nu bekend wie de personen zijn die op de ansichtkaart staan afgebeeld. Het zijn kinderen van klompenmaker Van Bunschot die er tegenover woonde.
In de reeks ’Beelden uit de mobilisatiejaren 1914-1948’ schrijft Anton van Dorp over de ingekwartierde militairen in Haaren, veelal artilleristen. Dat de militairen niet alleen oefenden bleek ook uit een krantenartikel uit 1918 waarin wordt geschreven dat ze werden ingezet bij het bestrijden van een heidebrand nabij Kivitsblek. Er werden ook vluchtelingen gehuisvest, maar die bleven wat minder lang.
Verder een aantal boekbesprekingen waaronder het een genealogie Van Spaendock en Het Çredo’ van parochie Moergestel.
Download hier de Inhoud "De Kleine Meijerij" 2015-1 april